donderdag 26 december 2013

Mijn status is positief

Inleiding

Starten doe ik met enkele harde cijfers...
Elke 14 seconden raakt er iemand geïnfecteerd met hiv.



Bron: www.unaids.org

Wereldwijd zijn 34.200.000 mensen die leven met hiv/aids. De zwaarst getroffen regio’s zijn de gebieden ten zuiden van de Sahara in Afrika. 67% van de mensen met hiv leeft in deze regio. In sommige gebieden is 40 % van de bevolking besmet, terwijl maar 1 persoon op 5 aidsremmers krijgt.
Ook in N-Amerika en West-Europa stijgt het aantal mensen met hiv, doordat de angst voor aids afneemt. Onder homo’s blijft seks een belangrijke oorzaak. Ondanks de levensreddende medicijnen[1], blijft leven met hiv zwaar door taboes en de bijwerkingen van de medicatie.
Dat ongeacht de vele campagnes het taboe nog steeds aanwezig is, las ik afgelopen maand in een krantenartikel. Uit het artikel blijkt dat de helft van de mensen die besmet zijn met hiv, dat niet vertelt op het werk. Ze verzwijgen het uit angst voor professionele of sociale gevolgen, zoals ontslag of het verlies van klanten.
Lees het volledige artikel via deze link http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.1786826


Het boek

“Het begon nochtans met een eenvoudig idee. Een fotoboek over gewone mensen, in Europa en Afrika, allemaal seropositief. Lieve zou de foto's maken, ik de onderschriften. Maar de foto's werden beelden en de teksten verhalen. En voor we het goed en wel beseften, verzeilden we in Kenia bij Achieng, een 36-jarige vrouw die hiv niet als een straf maar als haar opdracht ziet. 'My status is positive', zei ze, en ze nam ons mee naar de zwarte prostituees Deborah, Lucy, Mbaika, Benta en Winie. In het gezelschap van de verkrachter Abed en de moordenaar Kush leidde ze ons door de sloppenwijken tot we, op een onbewaakt moment, te lang in de ogen van een klein meisje keken. Plots stond de wereld stil. En voor het eerst, na al die verre reizen, waren we niet meer in staat ons zomaar om te draaien en terug naar huis te gaan. Om een lang en ingewikkeld verhaal in enkele woorden samen te vatten: Hope, een zwart meisje van veertien maanden, heeft ons verrast en verleid."

Twee vrouwen, journaliste Annemie Struyf en fotografe lieve Blancquaert schreven het boek ‘mijn status is positief’, over mensen met hiv. Het is geschreven in dagboekvorm en aangevuld met foto’s.
Ik heb even getwijfeld om het boek te lezen. Het is een choquerend onderwerp ‘ dat wat we niet graag horen... maar aan de kant toch meer willen over weten. Nadat ik het boek even doorbladerde was ik overtuigd door de persoonlijke aanpak, omwille van de dagboekstijl en de persoonlijke getuigenissen met sprekende foto’s. Ik vond het ook een pluspunt  dat zowel Europa als Afrika aan bod komen, want wij zien hier hiv nog steeds, ondanks de cijfergegevens en campagnes,  te vaak als een ver-van- mijn bed show. Het boek lijkt dus veel potentieel te hebben om meerdere maatschappelijke thema’s te kaderen en is daarnaast met zijn specifieke aanpak en lay-out zeer geschikt om te gebruiken in de klascontext. Het is een chronologische "fichebak"  geworden van levens waar AIDS een dagelijkse realiteit is.
Ik hoop meer te weten te komen over de ziekte zelf, de verspreiding ervan in Afrika en Europa, en de manier waarop seropositieve mensen leven met de diagnose. 

Lieve Blanquaert  is fotografe.
In 1985 begon ze haar carrière als freelance fotografe bij diverse bladen en kranten. Intussen behoort ze al jaren tot de top van persfotografen. Haar beelden sieren tal van boeken en fotocampagnes in binnen- en buitenland. Samen met Annemie Struyf publiceerde ze ook al boeken zoals ‘A la limite’, en Insjallah mevrouw’. 



Annemie Struyf is journaliste, schrijfster en tv-maker. Ze publiceerde ophefmakende reportages in toonaangevende bladen, en sleepte op die manier heel wat journalistieke prijzen in de wacht. Vanaf 2002 publiceert zij  samen met Lieve Blanquaert verschillende bestsellers, A la limite, Insjallah mevrouw  en Mijn status is positief. Ook in de tv-wereld leidt haar journalistieke talent tot hooggewaardeerde en veelbesproken reportages.


    

[1] Onlangs zijn nieuwe types hiv-remmers op de markt gekomen, de zogenaamde entry-inhibitors en integrase-inhibitors. Omdat deze middelen op een andere manier werken dan de al bestaande middelen spelen ze een belangrijke rol als laatste optie tegen multiresistentevirussen. Vanwege de hoge kosten zijn deze middelen echter niet beschikbaar in ontwikkelingslanden

Deel 1: Afrika
Het eerste deel van het boek gaat over de reis van Annemie en Lieve naar Kenia, een land waar hiv in de eerste plaats voor vrouwen een ernstig bedreiging vormt, omdat hun (seksuele) rechten er ernstig geschonden worden.

Taboe 
Tijdens die reis ontmoeten ze de activiste Achieng. Zij heeft zelf aids. Ongeacht haar ziekte en slechte levensomstandigheden heeft ze toch nog de kracht gevonden om zich naast over haar kinderen, te ontfermen over baby hope. Een weesje waarvan de moeder stierf aan aids en de vader haar gewoon voor dood achterliet.
Achieng legt uit dat hoewel het hiv-virus veel voorkomt, er nog steeds een groot taboe rondhangt. Veel mensen laten zich niet testen terwijl dat de enige manier is om de epidemie in te dijken. Wanneer ze dan toch de diagnose krijgen verzwijgen ze zolang mogelijk dat ze besmet zijn. Liever ( of tegen beter weten in) stoten ze op een ernstige longontsteking of een fatale malaria opstoot. Achieng is een van de vele Afrikaanse vrouwen die aids heeft, en weet dat ze niet meer lang te leven heeft. Toch heeft zij vanaf het begin geweigerd haar ziekte te verbergen, ondanks de nog steeds heersende vooroordelen.

Het Afrikaans probleem: armoede, geweld, prostitutie, ongelijkheid tussen man en vrouw, onwetendheid en bijgeloof

Door de persoonlijke verhalen te lezen van de Afrikanen, en vooral dan vrouwen begrijp ik nu meer waarom aids is uitgegroeid tot een Afrikaans probleem.
Het leven in Afrika is hard. Vrouwen in het bijzonder leidden er een erg hard bestaan. Haast elke getuigenis vertoonde een vergelijkbaar patroon. De kindertijd wordt reeds gekleurd door armoede en ellende en zo komen veel meisjes op jonge leeftijd al in de prostitutie terecht, en vanaf dan gaat het bergaf. De vrouwen worden behandeld als uitschot, niemand heeft nog respect voor hen. Zo wordt Deborah, een prostituee en moeder van vier kinderen, door de hele gemeenschap gediscrimineerd. Ze mag niet gebruik maken van gemeenschappelijke toiletten en wasdraad. En toen ze eens limonade dronk na de mis en haar rietje deelde met een kind dreigde de kerkgangers met een publieke steniging !Mannen zien het dan ook als hun recht om prostituees als Deborah te mogen misbruiken. Heel schrijnend vind ik dat de mannen in kwestie na een ‘bezoek aan een prostituee’ nog in meerdere gevallen het geld terug afnemen. Zo komen de vrouwen vaak bont en blauw geslagen en berooid van een klant terug .
Er zijn ook tienermeisjes die als prostituee werken en die zich nog nooit hebben laten testen, ook al gebruiken ze bijna geen condooms,  zegt Grace, zelf een prostituee en moeder van drie kinderen.Een condoom kost zo’n twintig shilling en omdat de meisjes slechts honderd shilling verdienen vinden ze dit duur. In veel gevallen weigeren de mannen trouwens een condoom te gebruiken, of scheurt het omdat ze zo bruut tekeer gaan.
Het grote geweld waaraan de prostituees blootstaan, de brute mishandelingen en verkrachtingen door de klanten, en zelfs de politie als ze durven aangifte te doen, maakt dat de prostituees meer bezig met overleven dan met veilig vrijen, volgens Grace. Beetje dubbelzinnig vind ik dit wel, aangezien een condoom levens kan redden, maar ik begrijp het ergens wel. Zelfs als bij een prostituee de diagnose is gesteld, blijven ze in de meeste gevallen werken, want ze moeten hun kinderen in leven kunnen houden.
Wat ik dan wel weer hoopvol vond, was dat de Afrikaanse vrouwen niet bij de pakken blijven zitten. Zo heeft Grace zich met lotgenoten gegroepeerd in de organisatie ‘ commercial sexworkers for change’. Wekelijks komen ze samen en storten ze een bijdrage in het fonds, zodat wanneer één van hen wordt gearresteerd of sterft, ze kunnen zorgen voor de kinderen.
Volgens Achieng en Grace zou meer voorlichting en informatie kunnen helpen. Vrouwen komen immers in de prostitutie terecht door gebrek aan voorlichting: ze krijgen op jonge leeftijd meerdere kinderen, terwijl hun man hen verlaat of zelf sterft aan het virus. Voor velen blijft er uiteindelijk maar één optie over.


Toch lijken Afrikaanse vrouwen het hiv probleem globaal gezien beter aan te pakken dan mannen. Ze luisteren beter naar hun lichaam en zijn er gemakkelijker van te overtuigen om zich te laten testen. De mannen steken hun hoofd in het zand. Eens ze de ziekte hebben vechten ze er ook niet tegen en sterven ze een snelle dood. ‘ Wij kunnen ons dat niet permitteren ‘zegt Deborah ‘ Wij moeten verder voor onze kinderen, we try, we try,...’

Afrikanen hebben daarnaast een andere kijk op de wereld dan wij westerlingen, dat heb geleerd doorheen de getuigenissen. Terwijl wij ons bezig houden met medicijnen speelt in Afrika bijgeloof nog steeds een belangrijke rol.
Met open mond las ik het fragment waarop Achieng en haar moeder na enige aarzeling vertellen over de rituele zuiveringen die er nog steeds plaatsvinden. Een weduwe moet bv. verplicht een jaar geïsoleerd leven, waarna dan op het einde van dat jaar een man haar huis binnendringt, waarmee ze onveilige ruwe seks mee moet hebben. Dan wordt ze door een van de mannelijke familieleden van de overleden echtgenoot ‘ overgeërfd’. Zulke zuiveringen werken de verspreiding van hiv alleen maar in de hand. Dit betekent dat de dood van één man er automatisch toe leidt dat al zijn vrouwen, soms drie tot zelfs tien ( Vele Afrikaanse mannen zijn polygaam) onveilige seks hebben. Eerst tijdens de rituele zuivering, daarna met een nieuwe echtgenoot, die op zijn beurt verschillende sekspartners heeft.

Ook interessant maar tegelijk aanstootgevend is dat de kant van die criminele mannen die zich zo gewelddadig tegen vrouwen hebben gedragen, wordt belicht. ‘Ik wil graag meenemen naar Mathamare[1] om je te laten kennismaken met mijn jongens’, zegt Achieng op een dag tegen Annemie en Lieve. Als ze over haar jongens spreekt heeft ze het over dieven, moordenaars en verkrachters. Schoorvoetend stemmen Annemie en Lieve uiteindelijk toe en de jongens hebben ongeveer allemaal hetzelfde verhaal. Ze zeggen dat het onmogelijk is om op te groeien in de Afrikaanse steden zonder een crimineel te worden. Misdaad is de enige manier om te overleven. Door de harde wereld waarin ze van jongs af in belanden, zijn ze hun realiteitsbesef kwijt, ze zijn ‘beesten’ geworden die zich niet kunnen beheersen ten opzichte van vrouwen. Ze kennen niets anders. Ja, sommige zijn wel bang voor het virus, maar tijdens de verkrachting voelen ze alleen de ‘ satisfaction’, zeggen ze. Waarom Achieng zich dan toch inzet voor hen? ‘ Slechts door een leeuw te kooien bevrijd je een antilope’ zegt ze. Door de jongens van de straat te halen en een verantwoordelijkheid te geven, wil ze een veiligere omgeving creëren voor meisjes en vrouwen.

Hiv/aids in Afrika lijkt mij een vicieuze cirkel. Vrouw wordt besmet door echtgenoot, vrouw sterft en wordt vervangen door nieuwe vrouw, echtgenoot heeft onveilige seks met prostituees, en die prostituees op hun beurt met andere mannen, kinderen krijgen het van ouders, dochters van prostituees komen zelf in de prostitutie,...Eerder vermeldde ik dat vrouwen het meeste te verduren krijgen. Na het lezen van de getuigenissen is het me duidelijk dat zij op seksueel vlak niet geëmancipeerd zijn, de man beslist alles. 
De getuigenissen maken tot slot ook duidelijk dat er nog steeds veel onwetendheid heerst. Zo denken sommige dat ze van het virus kunnen afraken door seks te hebben met kinderen !

Tussen de hele hetze door raken Annemie en Lieve steeds meer in de ban van baby Hope. ‘Wie zal er voor Hope zorgen wanneer Achieng er niet meer is?’, vragen ze zich af. Uiteindelijk besluit Annemie dat zij dat zal doen, de kleine Hope zal een nieuwe thuis vinden bij haar.





[1] Mathamare is een van de sloppenwijken van Nairobi, met ruim 500 000 inwoners. 


Deel 2: Europa

Het boek neemt een abrupte wending in het tweede deel. Annemie en Lieve gaan een stap verder en laten het schril contrast zien van de impact in Afrika en Europa. Nu worden de portretten getoond van mensen die wel toegang hebben tot de benodigde geneesmiddelen.  Als ik door de portretten blader van deze op zich doodgewone mensen, word ik wel even stil. Misschien ken ik zelf wel seropositieve mensen zonder te weten dat ze het virus dragen, want je ziet zoiets niet. Dus ook niet aan Sarah een blanke vrouw met hiv, die zomaar mijn buur, lid van de sportclub of nicht had kunnen zijn. Of Murielle die op de foto precies een sprookjesachtig droommeisje lijkt.

Het verhaal van Sarah is aangrijpend en beklemmend, juist omdat het ergens herkenbaar is. Als student een nachtje na de examens er iets te stevig invliegen en dan met een studiegenoot ( die je toch niet zo goed kent) in bed belanden, zonder condoom. Meerdere mensen het al meegemaakt, maar haast niemand staat stil bij de mogelijke gevolgen, of toch niet op het moment zelf.... Ook Sarah toen niet: ‘ natuurlijk had ik al gehoord over veilig vrijen, hiv of aids, maar zoals vele anderen ging ik er van uit dat hiv iets voor risicogroepen was: homo’s prostituees en mensen uit Afrika’, zegt ze. Een simpele one-night stand heeft haar de das omgedaan. Heel erg vind ik dit, maar ook een echte ogen-opener: 1 keer onveilige seks, kan al genoeg zijn om besmet te raken.
Heel luguber vind ik dan nog dat de man die Sarah besmet heeft zelf wist dat hij seropositief was. In mijn ogen ben je een moordenaar, bracht Sarah uit. ‘Wij waren met zijn tweeën, zei hij’. Geen van ons beiden heeft aan een condoom gedacht. Dit komt hard aan, maar ergens is het de waarheid.
Sarah heeft op de één of andere manier leren leven met de ziekte. Toch word ze dagdagelijks geconfronteerd met vooroordelen. Sommige mensen waaraan Sarah bv. vertelt dat ze hiv heeft bannen alle contact. Of anderen komen op bezoek maar durven haar geen kus te geven of iets eten of te drinken. Zo bang zijn ze. Sarah zelf zegt dat ze niet op contact of medelijden aast, maar ze vraagt gewoon normale omgangsvormen. Sarah houdt zich op de been door zichzelf ondanks alles niet als een slachtoffer te zien, want in tegenstelling tot in Afrika waar miljoenen mensen sterven door een gebrek aan aidsremmers, zijn wij haast luxepaardjes, zegt ze. De laatste jaren zijn er in Europa uitstekende medicijnen beschikbaar om het virus af te blokken.

In de VS is afgelopen jaar voor het eerst een kind dat hiv had volledig genezen verklaard. Dit door een snelle behandeling met een hoge dosis nieuwe aidsremmers. Lees het volledige artikel via deze link http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.1564030





 

Eens zo herkenbaar is het verhaal van Murielle die besmet werd door één keer te slapen met haar vakantielief of Julia die besmet werd door haar ontrouwe echtgenoot die dacht altijd dat aids iets was voor mensen uit Afrika en homo’s.

Misschien minder herkenbaar maar eens zo aangrijpend is het verhaal van Tristan. Tristan werd besmet door een bloedtransfusie met besmet bloed. In België zijn er tijdens de jaren 1980 zo honderden mensen besmet geraakt via bloedtransfusies. Toen werd donorbloed immers nog niet gecontroleerd op hiv. Ik herinner me nog dat mijn moeder vertelde dat ze tijdens haar zwangerschap en tijdens mijn eerste levensjaren altijd zo op haar hoede was als we met bloed in contact kwamen, want ze hoorde al die horrorverhalen van mensen die zo besmet waren geraakt.
Tristans ouders hebben het lang verborgen gehouden tot hij op zijn zestiende zijn vader vlakaf confronteerde met de vraag welke ziekte hij had. Toen vielen alle puzzelstukjes op zijn plaats, alle symptomen en kwalen die hij had gehad. Samen met de shock en ontreddering voelde hij ook een sterke overlevingsdrang. ‘Nee, ik laat de moed niet zakken. Dit is mijn leven en ik zal met dit virus leren omgaan.’ De laatste jaren is zijn gezondheid sterk verbeterd dankzij een nieuwe generatie aidsremmers. Tristan durft nu te dromen van een gezin en de eerste stap is reeds gezet, hij leerde zijn vriendin Hanne kennen. Zijn ziekte heeft haar nooit tegenhouden. ‘ Ach verliefdheid kan je wel uit je hoofd proberen te zetten, maar zo’n heerlijk gevoel ga je toch niet tegenhouden omdat je vriend toevallig seropositief is., zegt Hanne’ Bij seks is een condoom een automatisme geworden. Toch blijft er altijd een risico, maar dat neemt ze erbij. Wat ik nog frappant vond was dat Tristan vertelt hoe van streek hij wordt, wanneer hij mensen hoort zeggen dat hiv in deze tijd niet meer zo erg is. ‘ Ondanks de nieuwe aidsremmers blijft aids een bedreigende ziekte en je kan nooit om het virus heen’ benadrukt Tristan.
Ik ben erg geraakt door het verhaal van Tristan en Hanne, en het feit met hoe goed ze als koppel omspringen met de ziekte. Ikzelf zou het heel moeilijk hebben om te leven met een vriend die hiv heeft, ik weet eerlijk gezegd niet of ik er mee zou kunnen omgaan. Je kan nooit onbezonnen zijn...



Doorheen alle getuigenissen lees ik ook over het persoonlijk gevecht van Annemie omtrent de adoptie van baby Hope. Vooral een gevecht tegen de vooroordelen van de omgeving en de adoptiediensten. Uiteindelijk lukt het door haar overredingskracht en die van Achieng om Hope te adopteren. Het boek sluit toch ergens af met een happy ending.

Afsluiting

Mijn status positief is een beklijvend en ontroerend verhaal, in woord en beeld. Een verhaal over aids in Europa en Afrika, over seropositieve mannen en vrouwen, over seks en geweld, en over ontmoetingen die je leven veranderen. Ik werd gegrepen door het moedige verhaal zwarte Achieng en herkenbare verhaal van de blanke Sarah. Vooral omdat ik tijdens het lezen ook stilstond bij het feit dat dit geen fictie is, maar de keiharde realiteit. Het is een boek voor iedereen die onwetend is, en dat zijn we allemaal. Ik dacht dat al wat wist over hiv, maar nu hebben de seropositieve mensen pas echt een gezicht gekregen. Annemie en Lieve doorbreken het taboe rond aids helemaal. Nu begrijp ik pas waarom de ziekte zulke proporties heeft kunnen aannemen en wat voor een schril contrast er tussen Europa en Afrika echt is.Het boek heeft mij oplettender gemaakt en heeft mijn laatste vooroordelen weggenomen. Aids is allang niet meer alleen iets voor de zogenaamde risicogroepen (Afrikanen, prostituees, homo's enz) maar het kan iedereen kan overkomen. Blank of zwart, hoogopgeleid of laagopgeleid, homo of hetero, het HIV virus maakt geen onderscheid. Je kan alleen maar proberen heel voorzichtig te zijn, want ondanks de nieuwe medicijnen blijft aids een levensbedreigende ziekte.

Heel nuttig is de algemene informatie rond hiv/aids achteraan in het boek.
Hieronder een samenvatting van de belangrijkste info.


Wat zijn hiv en aids?
Aids is een ernstige, dodelijke ziekte. Hiv is het virus dat aids veroorzaakt. Hiv breekt stap voor stap de afweer af die mensen van nature hebben tegen ziekten. Je spreekt van aids, als je lichaam niet meer kan vechten tegen infecties, die je normaal gesproken wel de baas zou zijn. Iemand met aids wordt alsmaar zwakker en vatbaarder voor allerlei ziekten, waaraan hij of zij zonder behandeling uiteindelijk zou sterven.

Hoe kan je hiv krijgen?

In Nederland/België wordt hiv in 95% van de gevallen overgedragen door onveilig seksueel contact. Hiv bevindt zich in: bloed, sperma en voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk. Als hiv via deze lichaamsvochten in contact komt met iemands bloedbaan of slijmvliezen, is er kans op een hiv-infectie. Het gaat in dit geval om de slijmvliezen in de mond, anus, vagina en op de penis (bv. besmet sperma via het slijmvlies van de vagina of de baarmoederhals in het bloed).

Hiv kan ook via een zwangere vrouw op haar kind worden doorgegeven via de moederkoek, maar vooral tijdens de laatste weken van de zwangerschap, en bij de bevalling. Bij vrouwen die tijdens de zwangerschap worden behandeld met antiretrovirale middelen, daalt het risico tot 1 a 2 % kans op overdracht. Een keizersnede doet het risico nog verder dalen.


Waarvan krijg je geen hiv?
In de dagelijkse omgang tussen mensen loop je geen enkel risico op een hiv-infectie. Omdat aids een ernstige ziekte is, is er veel angst voor een infectie met hiv.  Hier daarom een opsomming van manieren waarop je geen hiv krijg:

>Huidcontact. Je kunt elkaar gerust een hand geven en omhelzen. Hiv kan niet door de huid naar binnen dringen. Ook niet als jouw huid in aanraking komt met een wondje van iemand met hiv. Zelfs wondjes op elkaar vormen geen risico. Wil hiv een kans maken, dan moet er contact zijn tussen twee verse, flinke, open wonden waar bloed uitstroomt.
> Zoenen en tongzoenen. Via speeksel kan hiv niet worden overgedragen.
> De wc-bril of andere gebruiksvoorwerpen. Het virus kan buiten het lichaam niet blijven leven, dus ook niet op kopjes, bestek, beddengoed.
> Via fitnessapparaten/in de sportschool. Via zweet wordt geen hiv overgedragen. Hiv overleeft ook niet in een bloedspat.
> Via tandartsgereedschap. Een tandarts bedient elke klant met schoon gereedschap.
> Via uitademing. Hiv verplaatst zich niet via lucht.
> Via hoesten en niezen. Hiv verplaatst zich niet via lucht en kan niet door speeksel worden overgedragen.
> Eerste hulp verlenen. Als je de normale hygiëne in acht neemt, kan er niets gebeuren. Wees altijd voorzichtig met bloed.
> Door insecten. De hoeveelheid bloed die een mug opzuigt is te klein om iemand anders te infecteren. Bovendien kan hiv niet overleven in het bloed dat een mug opzuigt.
> Via etenswaren.
> Via zwemwater en sauna's. Hiv overleeft niet buiten het lichaam en in water

HIV infectie proberen te voorkomen

Je kunt het risico op hiv op de volgende manieren verkleinen:
Veilige seks hebben met een condoom
Schone naalden/spuiten gebruiken bij het inspuiten van drugs
Zwangere vrouwen testen en als ze hiv hebben behandelen
Regelmatig testen op hiv en andere soa’s

Klachten en gevolgen van hiv en aids
Gemiddeld duurt het tien tot twaalf jaar voor iemand met hiv die geen medicijnen neemt aids krijgt. Sinds 1996 bestaat de behandeling met antiretrovirale medicijnen waarmee je levenslang met hiv kunt leven zonder aids te krijgen.

De eigenlijke besmetting verloopt meestal onopgemerkt, de meeste mensen ondervinden geen klachten. Zo kunnen zij het virus ook onopgemerkt doorgeven aan anderen. Enkel in sommige gevallen zijn er vage, griepachtige  klachten zoals vermoeidheid en koorts, die snel weer verdwijnen. Het virus nestelt zich in de cellen die voor de afweer zorgen en vermenigvuldigt zich daar. Vanaf enkele dagen tot enkele weken na de besmetting kan je het virus in het bloed terugvinden. Enkele dagen later verspreidt het zich in een enorme hoeveelheid in het bloed, het virus verdwijnt dan niet meer uit het lichaam.

Seropositiviteit: antistoffen in het bloed.
Wanneer het virus het lichaam binnendringt, begint het afweersysteem antistoffen aan te maken die het virus bestrijden. Zodra deze antistoffen in het bloed worden aangetroffen, is er sprake van seropositiviteit. Drie tot zeven maanden na de besmetting is de meerderheid seropositief geworden. Tijdens deze periode bestaat er een labiel evenwicht tussen het virus en het afweersysteem. Seropositieven zijn nog niet ziek, maar zijn wel drager van het virus en kunnen dus andere besmetten.

Aids; van seropositiviteit naar ziekte. Na een korte of lange periode, meestal enkele jaren, raakt het immuunsysteem verzwakt. Het virus kan zich nu massaal verspreiden. De eerste uiterlijke tekenen van een hiv-infectie kunnen zich aandienden, zoals huidaandoeningen, vermageren, aanhoudende diarree, koorts vermoeidheid.
Full blown aids: laatste stadium waarin immuunsysteem volledig vernietigd is.

Maar zoals gezegd, medicijnen kunnen hier het aidsstadium tegengaan.


Hiv test
Een bloedonderzoek naar de aanwezigheid van hiv-antistoffen noemen we een hiv-test. Vanaf drie maanden na het risico zijn er voldoende antistoffen in het bloed om hiv te kunnen opsporen. Voor een hiv test, kan je terecht bij elke huisarts.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten